De Tao baart Eén.
Eén baart Twee.
Twee baart Drie.
Drie baart alle dingen.
Alle dingen staan met hun rug naar het vrouwelijke
en hun gezicht naar het mannelijke.
Als man en vrouw samengaan,
bereiken alle dingen harmonie.
Gewone mannen haten eenzaamheid.
Maar de Meester maakt er gebruik van,
omarmt zijn eenzaamheid, beseffend
dat hij één is met het hele universum.
